Je bent nu op pagina: Iran deel 2.
Hallo, fijn dat je er weer bent!! Zit Hans niet voor niets te typen en is Anja niet voor Joker bezig al haar foto's uit te zoeken. Van de meer dan duizend die er nu al gemaakt zijn kunnen er maar een paar op de website.
Met onze Doos naar Zuid-Oost Azie. Iran, Mongolie, China, Laos, Cambodia, Thailand, Maleisie...........

Vrijdag 13 mei 2016.
We rijden nog eens door de stad Qom, in de hoop dat we toch nog ergens een parkeerplaatsje kunnen vinden voor onze Doos. Zodat we misschien geen uren in de brandende zon moeten lopen. En dat gaat dus weer niet lukken. Op naar Isfahan dus!
Het is een warme dag, je kunt merken dat we steeds verder in het zuiden komen.
"Anja, daar is een pompstation, zullen we tanken? Kunnen we meteen een kopje koffie drinken." "Is dat al nodig, dat tanken?" "Nou eigenlijk nog niet, maar je kunt er maar op tijd bij zijn he?"
We rijden het parkeerterrein op en maken de koffie. Een half uurtje later rijden we door naar de dieselpomp. De dieselpompen zijn in Iran altijd aan de achterzijde van het complex. Aan de voorkant is alles schoon voor de personenauto's, die rijden hier niet op diesel. Daar is alleen benzine te koop. Aan de achterzijde is alles zwart, vet en goor. Daar tanken de vrachtauto's en bussen. En de incidentele buitenlandse kampeerauto. Wij dus.
Er is ruimte zat, geen vrachtauto te zien. En dat is vreemd. Meestal moeten we in de rij aansluiten. "Dit gaat vlug hier, geen vrachtauto voor ons!" lacht Hans. We horen wel mensen roepen maar slaan daar geen acht op. Hans trekt zijn plastic handschoen aan en draait de dop los. "Zo, de slang kan er in." Maar er komt niemand om te helpen. Hans loopt naar het kantoor en de pompbediende legt wat aan Hans uit. Maar die snapt daar dus geen bal van. "Ik zal maar bij de auto wachten, hij moet zeker eerst die andere auto's helpen." maar na tien minuten zijn alle personen wagens geholpen en Hans staat nog steeds te wachten. "Hier krijg ik geen goed gevoel van Anja," roept hij. "Dit lijkt een beetje op Argentinie." Uiteindelijk blijkt dat de pomp leeg is. "En dat in een olie land. Op naar de volgende pomp. Hoe ver is dat?" Anja kijkt op haar iPad, het kaart programma Maps.Me. "Volgens mijn kaart nog 50 kilometer." "Nou dat halen we wel." Fluitend verlaten we de pomp en gaan weer op pad. Ja, wij zijn echt muzikaal en vrolijk!
Na 10 kilometer begint het lampje op de brandstofmeter te knipperen. Hans wordt er zenuwachtig van. Maar alles komt goed, de door Anja beloofde pomp is er en met een bijna lege tank rijden we binnen. Om te ontdekken dat deze pomp ook geen diesel meer heeft. "Wel verdomme, nou hebben we echt een probleem! We kunnen nog geen 10 kilometer meer rijden!"
Er komt een oud vrachtwagentje met een vette rookpluim aan rijden. "Waarom ga je niet met een kannetje vragen?" Even later klimt Hans weer met een walm van diesel in de auto. "Zo, we hebben 10 liter. Hij wil geen geld aannemen. "This is Iran, welcome" zegt ie.


Hans poetst zijn handen en armen met ons laatste beetje Dreft maar de dieselgeur blijft hangen. "Snap ik niks van Anja," zegt hij nog. "Nou, ik snap het helemaal. Kijk eens naar je broekspijpen en je schoenen. Dit ruiken we nog wel even!" "Dat kan dan wel zijn maar voorlopig kunnen we weer rijden." Met een tevreden dieselpluimpje voegt de Doos zich tussen het namiddag verkeer. Met onze 10 liter halen we makkelijk de volgende pomp die het gelukkig wel doet.
Rond negen uur in de avond, de zon is al lang onder, rijden we Isfahan binnen. Mooie stad, alles groen. De Parel in de woestijn noemen ze het. Het verkeer is hier ook een drama, maar daar komt bij dat we vanwege de lage takken aan die mooie groene bomen alleen in het midden van de dubbele rijbaan kunnen rijden. Dat maakt weer dat we van alle kanten worden aangevallen door auto's, brommers, maar ook door overstekende dames in zwarte Chadors. En die zie je dus niet in het donker. Naast ons rijdt een brommer met pa en ma en twee kinderen. Ze zijn niet bij ons weg te slaan. En maar zwaaien. "Hello!," roept de kleine en zwaait wild met de handjes. Pa zwaait ook en manouvreert zijn brommer bijna onder ons rechter voorwiel.
Maar ook hier vooruitgang, de doorgaande wegen waarover wij moeten rijden zijn open gebroken voor de aanleg van een verhoogde busbaan. Dus komen we op allerlei leuke plekken in de stad terwijl we eigenlijk doodmoe zijn en graag op de parking willen staan. Uiteindelijk komen we er aan, slepen nog een paar laaghangende takken mee en rijden bijna de kabels van de security camera's kapot.



De volgende ochtend zijn we bijtijds op pad. Vaak is het zo dat wij zo traag zijn dat het lijkt dat we altijd op het warmste moment van de dag rond sjouwen. Dat is natuurlijk helemaal niet zo, het is hier de hele dag en ook de nacht warm, heel erg warm. "Eerst op zoek naar een geldwisselaar want de Rials zijn op. We kunnen morgen de parking niet eens betalen," stelt Anja voor. We lopen langs allerlei mooie winkels. Overal zie je ijs en limonade en ook supermoderne dameskleding en lingerie voor onder de Chador. "Ik kan me hier echt helemaal niets meer van herrinneren. Het enige wat ik nog weet is dat het een mooie gezellige stad is, en dat klopt. In 40 jaar is er veel veranderd hier."
Het geld wisselen gaat vlot, tegen een betere koers dan in het Noorden van het land. En omdat we nu eindelijk eens op een Parking midden in de stad staan zijn we al snel bij het hoogtepunt van Isfahan. "Nog net zo mooi als 40 jaar geleden, zo herken ik het weer!" glimlacht Hans. "Het Emam Khomeini plein. Alles heet hier tegenwoordig "Khomeini". Vroeger, toen Sjah Reza hier nog de baas was heette het Naghsh-e Jahan. Kan ik niet uit spreken, maar het klonk wel veel sprookjesachtiger, vindt je niet?"

Rondom het plein en de moskee is een overdekte Bazar. In tegenstelling met Marokko of Turkije staat hier niemand aan je mouwen te trekken. We worden wel aangesproken en men vindt het echt leuk dat we helemaal uit Nederland komen rijden. "Welcome to Iran!"
De man hiernaast heeft wel hele mooie spullen in zijn winkeltje. Gelukkig is onze Doos te klein om van alles te kopen en mee te slepen. Maakt het voor ons veel makkelijker! We komen nog een heel mooi klein doosje tegen, in het formaat van een lucifersdoosje. "Daar hebben we wel plaats voor," roept Hans veel te enthousiast. Dus wordt het ook veeeeeeel te duur en lopen we teleurgesteld verder.

We scharrelen nog wat rond, drinken een Cola op een terrasje. Geen bier of wijn. Streng verboden door die man waarna dit plein tegenwoordig vernoemd is.
"Tijd om naar huis te gaan Anja. Het is nog best een eind en ik heb blaren op mijn voeten gekregen." "Ja, welke zot trekt dan ook nieuwe schoenen aan zonder sokken terwijl die weet dat er misschien wel kilometers gelopen gaat worden?" "Ja, wie zal die zot nu weer zijn he?"
Terug aangekomen in de Doos pakken we het voorzichtig uit. Het tegeltje dat in de Moskee lag. "Zo, een beetje afpoetsen, het ziet er eigenlijk niet uit, Anja. Zullen we het boven jouw bankje vastplakken? Lijkt me wel een mooi plaatsje."
En zo hangt er nu tussen de andere trofeeen een tegeltje uit de Moskee van Isfahan. En nu maar hopen dat de Ayatolla het niet ziet.
We horen het geronk van een vrachtwagen. Het is een groene Mercedes. "Hans, daar zijn Be en Magriet!" We stappen uit om kennis met ze te maken en voor we het weten is het al laat in de avond als we weer naar onze Doos terug lopen. Morgen gaan zij nog even geld wisselen en dan gaan we samen op pad. "Ben benieuwd."
15 mei 2016.
Ver komen we vandaag niet want Be heeft nog wat te sleutelen aan hun auto. Er moet een olielekje verholpen worden en daarvoor weet hij een mooi plekje midden in het bos. Een koele plek waar we een echte vrije dag hebben.
We besluiten om gevieren naar het verre zuiden te rijden, naar Persepolis. Heel oud, van voor onze jaartelling. De Iraniers zeggen dat daar het begin van de beschaving ontstaan is.
Je weet dat we moeite hebben met de kassabonnetjes. Maar met de borden van de Iraanse wegenbouwers is het goed oefenen in het decimale stelsel van het Farsi. Nu we snappen het al weer een stuk beter.


Gewoon een heel mooie oude vrachtwagen uit de USA. Moet van Ons plekje in de rivierbedding.
voor 1979 zijn, het Jaar dat Sjah Reza en uit gegooid is. Daarna
is er nooit meer iets van de USA hier binnen gekomen.
De tocht naar Persepolis is een lange, dat halen we niet in een dag. Maar we vermaken ons. Terwijl we oefenen met de getallen rijden we door een mooi landschap. Samen met de stijgende temperatuur verandert de omgeving steeds meer in een dorre woestijn. We zien van boven een leuk plekje aan de rivier en via een schuin zandweggetje komen we beneden. Mooie plek om te staan. En natuurlijk duurt het niet lang voordat de eerste bezoekers zich aanbieden. Even een selfie maken met ons er op. Het went. Daarna zijn ze al snel weer weg want we spreken geen Farsi en zij geen Nederlands. Een man blijft verlegen hangen, kijkt naar de auto's en vertelt allerlei verhalen waar wij dus niets van snappen. Hij gaat op zijn hurken naast Hans z'n stoel zitten en laat de foto's op zijn telefoon zien. Leuk, zijn vrouw, drie kinderen, zijn vrienden, muziek, soft naakt en meer van dat soort mannendingen. Totdat er ineens een foto van Sjah Reza en zijn filmster echtgenote op zijn scherm staat. "Dat is Sjah Reza en zijn vrouw! Die mensen zijn al sinds 1979 uit Iran weg, je weet wel toen die Khomeini hier de baas werd." Uiteraard verstaat hij Hans niet, maar bij Hans zijn "Shah Reza" glunderde hij, zo van "Ken jij die ook dan?" Hij liet er nog meer zien en zijn avond kon duidelijk niet kapot. "Eindelijk iemand die ik deze foto's kan laten zien." Dapper dat hij ze bij zich heeft en nog durft te laten zien ook! En die beste man is veel te jong om de Sjah gekend te hebben. De vrouwen moeten hier hun hoofd, armen en benen bedekken. Dat is hier bij wet geregeld. Hier heeft het geloof niets mee te maken. Hoeveel vrouwen zouden nog gesluierd gaan als die wet zou worden opgeheven?
Uit het hele tijdperk van de Sjah is nergens meer iets te zien. Op de plaats van zijn standbeelden en foto's die overal stonden en hingen staan nu zinloze kunstwerken en hangen de foto's van de Ayatollas. Zelfverheerlijking oude en nieuwe stijl.
Onze vriend start zijn Honda brommer en met een zwaai is hij verdwenen, met zijn telefoon en de foto's die hij van ons gemaakt heeft. "Die heeft thuis weer veel te vertellen!"


De zon bakt alweer fel aan de Hemel als we verder rijden. Ons riviertje volgt ons nog een dikke 100 Km en maakt van dat stuk dal een ware oase. En het water wordt niet alleen voor de landerijen gebruikt, maar ook voor Forellen kwekerijen. Overal zie je grote bakken met water en een waterstraal. Daar kun je verse Forel kopen of eten. En dat midden in de woestijn.

De weg is van een mooie vierbaans veranderd in een hobbelige tweebaans. Zo te zien duurt dat niet lang meer. Er wordt met man en macht gewerkt aan de laatste stukjes oude weg. Er rijdt een busje voor ons. Afbeelding van een bekende figuur uit de oudheid? We hebben het al vaker gezien maar we snappen het idee er achter niet.
17 mei 2016.
Laat in de middag komen we in Persepolis aan. We parkeren op een groot stuk asfalt en smelten daar bijna weg. We staan dan wel hoger dan 1600 meter, de zon kan er hier ook wat van! De avond is weer gezellig, er worden weer veel foto's van ons gemaakt en er zijn ook leuke gesprekken met mensen die ook Engels spreken. Elke Iranier heeft een telefoon en dus ook een camera bij zich.


18 Mei 2016.
Internationale Museumdag. Dus ook hier, we mogen gratis in het museum! "Da's een lokkertje Anja, ze zijn bang dat wij niet naar binnen gaan om de zoveelste hoop ouwe stenen te gaan bekijken. Nou, we gaan dus wel, want dit is wel heel speciaal. Van ver voor onze jaartelling, dat geeft toch een aparte sfeer. En het is veel groter dan ik dacht!" We zijn op ons gebruikelijke tijdstip op pad en dus is het weer bloedje heet. "Waarom kunnen we nu niet eens wat vroeger op pad gaan?" "Omdat wij altijd eerst rustig onze koffie op willen drinken," antwoordt Anja. "Ja, een goede eigenschap he?"
Zo maar wat foto's. We hebben er nog veel meer maar die houden we voor ons zelf. En je ziet het, wij zijn niet de enige bezoekers hier!
Tegen de middag houden we het voor gezien, het is te warm voor ons. We verlaten Persepolis en vertrekken richting Masshad. Dus we moeten door een echte woestijn heen, en dat voor een dag of drie. Ziet het er in het begin uit als hierboven, heldere lucht, mooie kleuren, een uur later zitten we in onze eerste zandstorm.
We stoppen langs de weg op een parkeerterreintje. Dit is levensgevaarlijk want je hebt geen enkel zicht meer en het is slecht voor de motor van onze Doos.
Na een uur is de wind op en verdwijnt het zand. "Nou ja, de wind houdt dan wel op, maar het zand verdwijnt helemaal niet. Je kunt je naam op het aanrecht schrijven!" "Het is inderdaad een zooitje, hierbinnen in onze Doos. Ik vraag me af of we het echt moeten gaan poetsen, morgen, of misschien wel vannacht komt de volgende alweer." "Weet je wat?" antwoordt Anja, "we vegen de vloer en gaan naar bed. We zien wel wat er vannacht van komt. We zullen toch een paar ramen open moeten laten want het blijft warm hier."