Terug naar de home page

Met onze Doos naar Zuid-Amerika..

Je bent op pagina:

Mei 2014. Vervolg Laguna Route in Bolivia, Uyuni en de Salar de Uyuni.

10 mei 2014.

Rond de klok van twaalf besluiten we om verder te rijden. Het is hier grandioos mooi en ondanks dat we in de tropen zitten is het verrekte koud. Een stuk gaan lopen is niet zo aantrekkelijk dan we gedacht hadden. Een behoorlijk kopje koffie zetten lukt ook niet en een gekookt eitje kunnen we vergeten. We bakken wat pannekoeken maar zelfs dat gaat anders dan op zee nivo. Er komen allemaal lucht belletjes in de pannekoek en je krijgt hem niet anders dan als een slijmerig papje uit de pan. Met de smaak is niets mis, maar de looks?
De Doos start vlot en na even warm lopen rijden we aan. Nog een afscheidsblik achterom. "Dag Laguna Colorada, je bent heel mooi maar echt te koud voor ons."
"Eigenlijk moeten we de vuilwatertanks even leeg laten lopen anders bevriest het water van de douche en de toilet. We kunnen niet hebben dat die tanks kapot vriezen, die krijg ik hier niet meer gerepareerd." "Zullen we dat dan een paar kilometer verder doen?" valt Anja in de reden. "Ach ja, in een half uurtje zal dat ook niet bevriezen, doe we straks wel," antwoordt Hans terwijl hij langzaam het koppelingspedaal op laat komen. Soepel komt de Doos in beweging. "Wat een kar he? Heeft ons nog nooit in de steek gelaten. Zou het dan toch een goede keuze geweest zijn? Niet stoer maar reuze sterk en weer klaar voor het zware werk. He, dat rijmt nog ook!"
Maar voor we het vergeten, eerst een kaartje zodat je weet waar we zijn in dit verhaal. Ook fijn voor onze volgers, we weten dat deze site vertaald wordt met Google translate.
Wij moeten het met summiere informatie doen met als gevolg dat we ons zorgen maken en overal "beren" zien. Nou ja, beren hebben we hier niet gezien, maar we zijn er natuurlijk ook nog niet. Nu moeten we nog door een paar "Wadi's" heen rijden. Door waterstroompjes naar de overkant dus. We zijn gewaarschuwd, dat dit met onze Doos niet gaat lukken!
Het zwarte vakje links is rechts uitvergroot op de kaart.
Laguna Colorada 4326 meter
Villa Alota 3800 meter waar uiteindelijk toch een band klapte.
Uyuni.
Salar de Uyuni 3660 meter
Isla de Incahuasi
We rijden nog een heuvel over. Het land begint wat vlakker te worden maar alles is nog droog en dor. "Anja, dit is dat stuk waar ze over schreven dat dat alleen met een 4X4 gereden kan worden. Wij kunnen hier dus niet doorheen." "Nou," antwoordt ze, "we hebben niet veel keus he? Aan allebei de zijden hebben we weer omheinig staan. Je kunt dat niet open knippen he?" "Wat is dat nu voor flauwe kul? Waarom schrijven die mensen allemaal van die enge verhalen? Moet zo'n verhaal dan veel stoerder zijn dan het in werkelijkheid is? Zo van: Wij in onze MAN truck of onze Unimog kunnen dit alleen, elke andere die achter ons aan komt gaat helemaal de mist in!" Hans zit zich telkens weer op te winden over al die verhalen. "Nou Hans, zeg nou zelf, je kent toch een hoop van die macho's. En telkens laat je je weer opfokken. Zit dat niet gewoon tussen je oren?" "Tussen mijn oren?"

Met een vaartje van 40 kilometer per uur ploegen we er doorheen. "Rijdt best wel soepel zo, veel comfortabeler dan al die wasbord Ripio's. Maar zal wel wat meer brandstof gebruiken." Hans is zijn ergernis weer vergeten en laat de Doos een beetje zichzelf sturen, die blijft lekker in de sporen rijden.
Zonder problemen rijdt onze Doos door kilometers mul zand waarna het landschap weer verandert. We komen bij de eerste Wadi aan. Hans maakt aanstalten om door te rijden.  "Ho, Ho, bij de 4X4 cursus hebben we toch geleerd dat er iemand voor de auto moet lopen om te kijken of het wel gaat en hoe de bodem is?" "Zal niet zo diep zijn Anja, aan de andere kant zie je de autosporen de kant op gaan. Geen zorgen voor ons dus. Of wil jij door vrieskou water lopen wat zeker een heel eind boven je knieen uit komt?" Anja is het er duidelijk niet mee eens maar heeft blijkbaar ook geen zin om uit te stappen en haar benen nat te maken.

Het loopt goed af, het water loopt net niet onder de portieren door. Een paar kilometer verder komen we bij een dorpje uit. Villa Mar heet het en het is net zo groot als de naam. Als we het dorpje uit rijden staat er een vrouwtje bij een slagboom te wachten. Die had ons al aan horen komen. Ze vindt het duidelijk leuk dat we er zijn. Er rijden hier niet zo veel auto's, dat kun je ook aan de bandensporen zien. We betalen een paar Boliviano's, krijgen een heel mooi bonnetje en mogen weer verder.
Een paar kilometer verder komen we bij de tweede Wadi aan. "Wow Anja, dit ziet er serieuzer uit joh. Misschien dat je toch maar even het water in moet stappen. "Vertwijfeld kijkt Anja Hans aan. Als jij dat nou eens doet? Jij wilt toch altijd mijn held zijn?" "Nee lieverd, ik heb mijn lieslaarzen niet bij me!" lacht Hans. "Maar maak je geen zorgen, zo even reed er een Toyota voor ons, weet je nog? Die kan nergens anders heen gereden zijn dan naar de overkant. Zie je zijn sporen daarginds?" Hans schakelt de Doos in z'n eerste versnelling en langzaam rijden we er doorheen. "Geen golven maken, niet stoer doen," denk hij. "Als die Toyota er door kan kunnen wij dat ook." Deze keer loopt het water wel onder de deur naar binnen. "Zullen we hier even stoppen? Kunnen we een paar mooie foto's maken van de Doos in het water. Lijkt me wel stoer." "Rij nou maar door, ik sta liever aan de overkant dan hier midden in het water." "Hierna komt er nog een, dan hebben we de riviertjes gehad."
En inderdaad, de reisverhalen van onze voorgangers met de Unimog kloppen tot op de meter. Na een paar kilometer komen we bij de derde en laatste Wadi aan. "Nou Anja, dit zou de diepste moeten zijn, zullen we maar meteen door rijden? Die Toyota moet er ook doorheen gegaan zijn want ik heb hem nergens meer gezien." Ach, en voor je het weet zijn onze ervarings deskundigen ook hier aan de overkant. "Hans, vind je niet dat de Doos achter een vreemd geluid maakt? Dit is toch een mooi vlak zandpad." Hans wil er niet eens aan denken maar vreest voor het ergste. We stoppen om te kijken of er iets fout is. Anja loopt om de auto heen. "Hans links achter is de binnenste band lek. Er komt nog water uit lopen!" "Nou, dan is die al een tijdje kapot, dan kunnen we nog wel een stukje verder rijden. Over een paar kilometer komen we bij Villa Alota. Dan zien we daar wel weer verder."Hij stapt uit en kijkt vol afschuw naar de kapotte band. "Nou, daar zal wel een scheur of zo in zitten, anders loopt het water er niet zo snel uit. "Gelukkig hebben we achter dubbel lucht."

Na een kwartiertje en 117 kilometer van de slechtste weg die we ooit gereden hebben, rijden we Villa Alota binnen en na honderd meter rijden we er weer uit. "Jezus, wat een gat, dit is echt het einde van de wereld! Wij gaan hier niemand vinden die dat wiel voor ons gaat wisselen!" moppert Hans. "En ik ga het vandaag ook niet doen, ik heb het er wel mee gehad. Manjana!"
We parkeren met de snuit van de Doos naar het Oosten. Voor als het heel koud mocht worden, dan schijnt de ochtendzon de motor wel weer warm. "We zitten nu op 3833 meter, gelukkig is de band vandaag lek gegaan en niet gisteren. Dit is al nummer zes op deze reis. En ik denk dat we nu twee kapotte reservewielen hebben."

Anja warmt de Spaghetti op die al een paar dagen in de vriezer staat te wachten. We hebben een heerlijk maal, nog steeds geen muziek, matige koffie, maar wel een goede nachtrust.
11 mei 2014.

Helemaal uitgerust zitten we aan ons ontbijt. Heerlijk vers brood uit de broodmachine en een bakje koffie dat best wel weer smaakt. Alles went! Maar dan...............................

Hans trekt zijn trui aan, en dan zijn overal. Anja doet hetzelfde. De krik onder de stoel vandaan, de kruissleutel en de pijp die erover heen geschoven wordt, anders krijgen we de wielbouten niet los. Stenen voor en achter de voorwielen, dan de krik op een hardhouten blok onder de as. De wielbouten los draaien met de pijp er op. Reservewiel van de achterwand afhalen. Achterkant omhoog krikken. Beide wielen er af. Reserve band als eerste er op, dan weer het buitenste wiel. Bouten vast draaien, krik laten zakken, bouten natrekken. Lekke wiel aan de achterwand van de Doos monteren, bouten vast draaien. De hoes hoeft er niet meer om heen. Krik onder de stoel, kruissleutel met buis achter in de garage. De nieuw gemonteerde band aflaten tot 3 Bar, we rijden immers nog steeds Ripio. Overals uittrekken, handen wassen en nog een bak koffie terwijl we na zitten te puffen. We hoeven niet te overleggen, het is onderhand een routine klus geworden.

We rijden via San Cristobal naar Uyuni, waar we op het einde van de dag doodmoe aankomen. We rijden een keer door het stadje en vinden een mooie plek langs de kant van de weg voor de deur van een Pizzeria met op de hoek het politiebureau. "En hier gaan we straks eten!" roept Hans enthousiast. Naast ons, in het midden van de weg loopt nog een stuk van de oude spoorlijn. Het is een smalspoor. Overal zie je oude wagonnetjes staan. Dit stadje lijkt wel een museum.
12 mei 2014.

We worden al bijtijds wakker, de Pizza heeft ons goed gedaan. Was wel erg koud in het restaurantje, maar we kregen er een gaskacheltje bij.

"Het is al weer 11 uur, zullen we eens op pad gaan?" stelt Anja voor. Hans is nog steeds geen echte wandelaar, maar kan er natuurlijk niet onder uit. Truien en jassen aan en op pad dus. Kijken of er wat boodschappen te doen zijn.
1e klas treinwagon.
Mooi bolhoedje.
TV shop.
Wegrestaurant, maar geef ons maar de Pizzeria!
Op het pleintje bij de toren. Drie generaties.
Vulstoffen voor onze Pizza.
Iedereen die er geweest is kent hem, het torentje van Uyuni.
Nee, warmer wordt het niet.
Boodschappen doen net als wij of praten over de achterkleinkinderen?

Uyuni, het is weer zo'n plaatsje waar we blijven hangen. Het is er gezellig, de mensen zijn aardig en het leeft. Er is een goed ontwikkelde toeristen industrie. Je breekt je nek over de Toyota Landcruisers welke de tours doen over het nabije zoutmeer, de Salar de Uyuni. Ze worden met acht toeristen vol geladen en maken daarna een rondje over het zout.

Er zijn specialisten waar je je auto aan de onderkant kunt laten inspuiten met een mengsel van diesel olie en afgewerkte olie. Een lekkere vieze drap. Kom je terug, dan laat je je auto weer met een hogedrukspuit afspuiten, het zout en de zwarte blub verdwijnt dan weer van je auto. Een goed lopende industrie waarvan bijna alle Overlanders gebruik maken. Wij doen er niet aan mee, wij slapen in onze Doos en dan willen we niet in de stank liggen. En Hans heeft er geen enkel vertrouwen in. "Anja, laten we dat geld maar uitgeven aan de Pizzeria. Lijkt me een veel beter idee."
Anja vond dat ook een goed plan. We trekken ons thermisch ondergoed aan, een dikke trui en nog een jas. Met knorrende magen stappen we uit de Doos. De madam weet dat het onze auto is voor haar deur en herkent ons direct. "Un mas Pizza signor?" vraagt ze. Ze komt met haar gaskacheltje aanrijden en weldra hebben we het zo warm dat we de jassen uit doen. Het is weer heerlijk smullen maar we krijgen hem niet op. "Lekker hapje voor morgen," zegt ze als ze het plastic zakje aan geeft.
Tijd voor een uitstapje! Ooit is uyuni een knooppunt van treinverkeer geweest. Er is nog steeds een stationnetje, maar daar komt maar twee keer per dag een smalspoor treintje langs. Dus de glorie is vergaan. De treinen die vroeger rond reden hebben ze op het rangeerterrein buiten de stad achter gelaten. Ze staan er al jaren en kunnen ook niet meer weg omdat de rails er naar toe verdwenen is. Een heel apart doods sfeertje hangt er op het kerkhof. Als je van techniek houdt kun je wel een paar uurtjes rondstruinen. Hans heeft net nog wat hout op het vuur gegooid, maar ook hij krijgt de locomotief niet meer van zijn plek. Jammer van alle gravity, blijkbaar zijn er nog steeds gekken en dwazen die hun naam schrijven op muren en treinen.

14 mei 2014.

Tijd voor een volgend uitstapje. We rijden naar de Salar de Uyuni. Een meer van meer dan 65 vierkante kilometer, dus wel wat groter dan een voetbalveld.
De Ripio van de laagste orde er naar toe loopt naast een weg in aanleg. In Zuid Amerika is het zo dat er geen enkel onderhoud meer gepleegd wordt als aan een nieuwe weg begonnen wordt. Daar zit natuurlijk wel wat in. Maar als je dan bedenkt dat het vaak jaren gaat duren voordat die nieuwe weg klaar is................. Het gaat nooit wennen.

Bolivia is een sociaal geregeerd land. De president rijdt op een brommertje en heeft geen geld voor zichzelf nodig. Dat pleit voor hem. Net als Venuzuela, ook zo fijn socialistisch geregeerd, heeft Bolivia voor miljarden Dollars aan grondstoffen. Venezuela heeft zijn olie die ze niet uit de grond kunnen krijgen, Bolivia heeft Lithium. Je weet wel, de hoofdgrondstof voor accu's in je telefoon of camera, maar ook in auto"s. En dat is een groeimarkt! En al die Lithium ligt verborgen in dit zoutmeer, de Salar de Uyuni! Met de hand wordt op sommige plekken gegraven en worden kleine roestige vrachtautootjes geladen. Dit zet natuurlijk geen zoden aan de dijk. Grote buitenlandse consortiums en investeerders willen daar graag gaan graven. Zorgt ook voor werkgelegenheid en een beetje geld voor de werkelijk straatarme bevolking. Maar nee, onze president wil dat niet. "Al die kapitalistische bedrijven beroven ons dan van onze bezittingen en nemen het geld mee naar het buitenland. Dat gaan we dus niet doen!"
Met gevolg dat er niets gebeurt, er geen werkgelegenheid komt en iedereen straatarm blijft. Dat vinden wij jammer. En tegen de tijd dat er een andere regering komt, een beetje liberaler misschien? Nou, dan zijn er ook geen problemen, dan heeft de techniek al lang weer een andere grondstof voor de accu's gevonden. En zo zal dit zoutmeer altijd blijven zoals het nu is, en dat is natuurlijk ook weer heel mooi.
Ja het zoutmeer, dit is echt onwerkelijk. Het stond al een paar maanden op onze planning en juist vandaag wilden wij hier zijn. Waarom? Omdat het vandaag of morgen volle maan is. Dan is het hier echt een sprookje. Het meer op rijden is een beetje spannend. Aan de randen is het zout niet zo dik en soms zakken er auto's door heen. Goed plekje zoeken en niet stoppen is het devies. Zodra je een meter of 50 van de wal af bent is de zoudkorst 7 meter of nog dikker.
En dit rijdt leuk! 70 kilometer per uur op de cruise control en dan met losse handen. Ruimte genoeg! Het lijkt op ijs, maar ijs is het natuurlijk niet. Net zo stroef als een normale weg.
En daar komt ie, onze volle maan. En dit is zo ontzettend mooi op deze gigantische zoutvlakte. De lucht verkleurt, het ijs, nee het zout, verkleurt en het is stil, bijna akelig stil. Je hoort of ziet niemand. Onwerkelijk. En het wordt weer koud, de temperatuur daalt met de minuut. "Ik ga de kachel weer aansteken!"
Ja, en dan natuurlijk de plaatjes die iedereen maakt die met zijn of haar eigen wagen hierheen komt. "Anja, jij kunt onze Doos met een hand op tillen. Trouwens ik ook!"
Het kan eigenlijk niet op deze hoogte, maar een biertje om te vieren dat we de beruchte Laguna Route naar deze prachtige plek zelf hebben gereden? Nou, we hebben wel een krat verdiend. We hebben onze eigen keuzes gemaakt en ons niet laten opjutten door anderen. We zijn er trots op!!!!!!

Aan de rand van het meer worden stenen uit het zout gezaagd. Nee, niet voor de Lithium maar om er mee te bouwen. Het beeld van de Dakar race welke hier langs komt is er van gebouwd. En voor de wat beter gesitueerde toeristen zijn een paar zout hotels gebouwd, compleet met zout bedden. Voor zover we weten komt er wel normaal water uit de kraan, maar of dat zeker is? Rechts onze Doos tussen de stenen. (moet je goed kijken.)
Een selfie van Anja.
En zo loopt dit verhaal weer naar zijn einde. Wij hebben er van genoten, het was in een woord: Grandioos! We rijden weer terug naar Uyuni, eten nog een heerlijke Pizza. We zijn een beetje reismoe. Eigenlijk zijn we heel reismoe. We hebben het laatste jaar zo veel indrukken opgedaan, we zitten vol. Er is nog een wereldwonder voor ons te gaan, dat zijn de watervallen van Iguazu, op het drielandenpunt van Brazilie, Paraguay en Argentinie. Dat lees op de volgende pagina. We vonden het weer fijn dat jullie met ons meegereisd zijn. Hou vol, het is vermoeiend. Klik op "volgende" om verder in ons reisverhaal met ons mee te gaan.
In de verte staat iemand te zwaaien. Het is de chauffeur van zo'n zoutmeer tour. Acht man in de auto en de bagage en extra benzine op het dak. maar met te slappe banden voor zijn belading. Of we zijn banden op kunnen pompen? Dat gaat lukken, we hebben een compressor in onze garage (achter de open deur) staan. Tien minuten later is hij klaar en lacht hij ons toe. Bruin-rode tanden. "Anja, moeten we weer een pil nemen? Nu denk ik er aan." "Laat dat maar aan mij over, ik help je wel herrinneren als het zo ver is."
We stoppen bij het Cactus eilandje, Isla Incahuasi, 3440 meter. "Over een kwartiertje gaat de zon onder Anja, dan moet de maan ook opkomen. Er zijn niet zo veel plekken op het vaste land dat je dat kunt zien, zeker niet in de tropen!"