Terug naar de home page


22  juni 2016. Dag 10 in de Pamir.

"Vandaag is het een prima dag om weer eens een pasje te doen!" Glimlacht Hans. "De koffie is klaar."
We staan nu op 3964 meter hoogte, de pas is 4400 meter.
Met onze Doos naar Zuid-Oost Azie. Iran, Mongolie, China, Laos, Cambodia, Thailand, Maleisie...........
Marmotten in formaat van een flink konijn.
Het is allemaal weer heel mooi, maar je kunt aan de natuur zien dat we het zuidelijk deel van Tadjikistan achter ons gaan laten.

We hebben zoveel indrukken te verwerken, op een gegeven moment zit je hersenpan vol, helemaal vol. We zijn nu dicht tegen dat punt aangekomen.

De pas van 4400 meter hoogte is een makkie, we zijn er overheen voordat we het in de gaten hebben. Nou ja, zeg nou zelf. Als je op 3900 meter begint en de weg gaat alleen maar recht door, dan zie je alleen op je hoogtemeter dat je op de top bent. Dat is dus de Khargush pas. We zakken weer terug naar 3895 meter. Dus als je er ooit komt? Voorbij voor je het weet!
Omdat we nog steeds blij zijn met onze Doos een wat groter plaatje.

Het laatste stuk van de zuidroute zit er op.  We rijden weer op asfalt en komen weer vrachtwagens tegen. Zij rijden 30 kilometer per uur, wij, omdat we dapper zijn, wij rijden 35. Het asfalt is zo golvend dat als je harder rijdt je zeker met je wielen van de grond gelanceerd wordt.
We passeren Murgab en laten nog snel even onze laatse "Soms" van Tadjikistan in de tanks lopen. Die zijn in het volgende land toch niets meer waard. Hier trouwens ook niet.
Zoeven gestopt in een gat met de mooie naam Alichur. We parkeren de Doos aan de rand van het dorpje in de buurt bij een van de laatste huisjes. "Dan kunnen we wat zien bewegen voordat we gaan slapen." is het devies.

En er is wat te zien. Er komen vrachtwagens slapen voor de nacht, en taxi's met gasten voor het Hostel.
Naast ons een wit huisje. Er loopt nu al een uur of zo een leuk vrouwtje te sjouwen met emmers. Een deel schept ze uit het beekje langs haar huis en gooit ze rondom tegen het stof. De andere emmers komen van binnen en worden schichtig achter onze auto aan de overkant van de weg geleegd. Joost mag weten wat er in zit. Het is hier te koud om te gaan kijken.
23 juni 2016.  Dag 11 in de Pamir.  3638 meter.       We gaan naar de grens met Kygyzstan.
"En nog maar een pas te gaan, Anja." Het klinkt vrolijk, maar Hans heeft het gehad met alle kronkelweggetjes, hobbels en gaten in de wegen, het stof, alle passen en het constante gebrek aan lucht. "Ik word s'morgens wakker na een nachtrust van negen uur en ik ben doodmoe. De hoogte gaat me echt parten spelen Anja." "Nou, mij anders ook wel." antwoordt ze. Ik heb gisteravond de geplande route door China bestudeerd. Weet je dat we daar 18 dagen boven de 3000 meter zitten en zelfs tot 5231 over een pas moeten? Nou is een pas niet zo erg, maar we slapen daar op 5100 meter. In zuid-Amerika hebben we ook een tijd boven de 4000-5000 meter gezeten, maar ik heb het idee dat ik veel heb ingeleverd in de afgelopen 2 jaar." "Nou met mij niet anders hoor." valt Anja bij.
Nou, dat hebben ze daarboven gehoord," glimlacht Anja. "Wat hebben ze daarboven gehoord?" "Nou, dat je schoon genoeg hebt van al dat stof!" roept ze terug.
Onze Doos ploetert zich een weg naar boven. Hij heeft erg geen moeite mee, dat zie je wel. Anja stapt uit om een paar foto's te maken. Hans wacht een stukje verder op haar, maar ze moet de berg opklimmen en op 4624 meter hoogte wordt je snel moe!" "Ha, ben je daar, ik had best een stuk achteruit kunnen rijden joh."
Nou, die wordt er niet moe van!
Over de grenspaaltjes zie je China, ons reisdoel voor over twee maanden.
Wij zijn de Kyzul pass 4336 m over en beginnen aan de afdaling tot 1000 meter, maar dan zitten we in Osh, dat ligt in Kygyzstan en daar zijn we nu nog even niet.

In de verte zien we de grenspost van Tadjikistan al opdoemen.

Hadden we zo'n positief beeld van dit land, zoveel vriendelijke mensen, zoveel glimlachen op ieders gezicht, zo'n ontzettend mooi landschap, krijgt toch een klootzak bij de grenspolitie het voor elkaar om dat beeld bij ons voor altijd te verstoren.

Wat gebeurt er?
We rijden naar de poort en wachten beleefd totdat iemand die voor ons open doet. Zelf doen, NOOIT!
Een dikke vierkante kop met een ietwat lomp lichaam er onder roept dat we boven in het kantoor moeten komen. "We komen duidelijk steeds dichter bij Rusland, Anja. Moet je die kop zien." We mogen binnen komen en moeten onze paspoorten laten zien, logisch. Dan vraagt hij haar een speciaal transport document wat wij nog nooit gezien hebben maar waarvan hij gemakshalve een voorbeeld heeft klaar liggen. Hij laat het zien en wil dus de onze hebben. "Hebben we niet." "Oh mister, now you have a great problem!" roept de namaak Rus. "Anja, het gezeik begint weer."
"Nee, dat hebben we niet en dat hebben we ook niet gekregen aan de andere grens." "Problem Sir. I have to give you a fine. Then you drive back to Murgab to the bank to pay it. Or you can give me 15 US Dollars and then I will take care.". "Hij kan de boom in Anja, Murgab is 200 kilometer rijden. Logisch dat hij dat voor 15 dollar wil regelen, in zijn zak stoppen dus, veel makkelijker. Maar daar ga ik niet intrappen."

Hans pakt zijn papieren, de paspoorten en de autosleutels van het bureau van de grenspost. "Het geeft allemaal niets hoor. We gaan lekker naar onze camper en we wachten wel totdat de volgende wacht komt. We hebben tijd genoeg." Wonderbaarlijk, zo goed als die man dat verstaat. Hij roept ons terug. "You can go now!"  "Wat een minkukel'" zegt Hans. Lopend naar de Doos ziet Hans dat hij de sleutels van die minkukel nog steeds in zijn hand heeft. Sul als die is, brengt hij ze terug naar het kantoortje. De man verrukt en niet begrijpend waar Hans de sleutels vandaan had. We stappen in de Doos, op naar het volgende loket. "Ik had ze nooit terug moeten geven. Had ie een leuke avond gehad."

De rest gaat vlot en een kwartier later zijn we in het niemandsland waar we door vette rode klei richting Kygyzstaanse grens glijden.

Ondanks dit wat teleurstellend einde hebben we genoten in Tadjikistan. We hebben er op een paar kilometer na toch al 13.000 kilometer op zitten!
Zomaar een kaartje. De groene route is ons spoor daar Tadjikistan.
Kaspische Zee
Tadjikistan Deel V