Met onze Doos naar Zuid-Amerika..
Je bent op pagina: Maart - April 2014. DEEL I.
Con Con naar Mendoza, Valle de La Luna, Paso Agua Negra naar Chili,
Paso San Francisco naar Argentinie, Paso de Jama naar Chili en San Pedro de Atacama.
1 maart 2014.
Na 5 dagen Con Con gaat het weer kriebelen!
"Zullen we maar aan rijden?" "Ja, dat vroeg je gisteren ook al," antwoordt Anja. "Gisteren was het grijs weer, niet leuk om te rijden, maar vandaag schijnt de zon! En het is zaterdag, alles loopt weer vol, weekend dus. Kunnenn we beter weg zijn." "Dan komen we vandaag niet meer zo ver maar dat geeft niet, geen haast. We ruimen even het aanrecht af en dan rijden we aan.
Een uurtje later zijn we weer onderweg. "Lekker op pad, weg van de kust en weer richting Argentinie. Vanavond de restjes op eten en morgen de grens over." "Dat zal wel weer een makkie zijn, eigenlijk valt het elke keer mee," vult Hans aan.
We rijden het stadje Los Andes binnen. Veel stoplichten en dat is fijn. Als je hier door de stad rijdt kan Hans eigenlijk alleen maar rustig rond kijken als de Doos stil staat. Veel te druk. Er staat een oude zwarte pick-up voor ons. Het licht springt op groen en we rijden weer verder. Tot er na een paar honderd meter weer een stoplicht is, en uiteraard rood. We stoppen een paar meter achter de Pick-up. Een vrouw achter het stuur, een man er naast.
Op de hoek staat een klein stalletje, ze verkopen er fruit en zo. De man roept iets naar het kraampje en de verkoper loopt naar hem toe met een plastic zak vol met olijven. Anja zit al te kwijlen en Hans denkt: "Misschien een zakje voor Anja kopen?"

Opeens stapt de man uit de auto, loopt naar het kraampje, koopt nog een zak olijven en loopt naar onze auto. "Welcome in Chile," zegt hij en geeft met een brede lach de zak aan Anja. Het licht springt op groen, hij spurt naar zijn auto en laat Anja verbaasd achter. "Joh, kijk nou, leuk he?" roept Anja spontaan. We rijden verder achter de zwarte auto tot aan het volgende stoplicht. De vrouw kijkt in haar buitenspiegel en zwaait, Hans zwaait terug. Het licht springt op groen, ze rijden rechts af en zwaaien, wij rechtdoor en toeteren. "Dat heb ik nog nooit meegemaakt," lacht Anja, "het zijn er veel joh!"
We rijden weer verder en stoppen bij een pleintje om een hapje te eten. "Nou, voordat die zak helemaal leeg is, jij even naar buiten voor de foto, leuk voor op de website." Ja, en sindsdien staat het plaatje dus hiernaast.
Na onze lunch rijden we nog een stukje verder richting de Cristo Redentor tunnel. Dit is de tunnel op de grens tussen Chili en Argentinie. Bij een ongezellig pompstation vinden we een parkeerterreintje waar onze Doos wel op past.
De volgende dag gaan we na de koffie weer op pad. "Het stuk weg dat nu gaat komen moet spectaculair zijn," mompelt Anja als ze door ons boek bladert. "Hoezo spectaculair? Dat moet dan heel bijzonder zijn. Het is in elk geval wel een gevaarlijke weg, als je de borden zo ziet." " Zit nou niet zo te geiten! Aan deze weg zijn ze al een jaar of tien aan het werk. Was vroeger een slechte ripio, helemaal over de berg heen. Dat was in de winter een ramp. Vanwege de sneeuw was deze route maanden lang niet te berijden. Het is wonderbaarlijk zoals ze met een stel haarspeldbochten de weg omhoog laten klimmen." "Nou, dan ben ik benieuwd! Met de weg zelf is in elk geval niets mis mee."

En, inderdaad. We rollen van de ene haarspeldbocht in de andere. In de verte zie je de vrachtwagens als een lange rups de hellingen op rijden, een bijzonder vreemd gezicht. En natuurlijk hebben we daar veel foto's van genomen, maar helaas, alleen op onze iPad. Prachtige film gemaakt, ook op de iPad. En zolang wij niet weten hoe we die foto's daar af moeten halen, zo lang duurt het voordat ze hier in dit verhaal tevoorschijn komen.

Na een lange rit komen we bij de tunnel uit. Dat is dus echt nog het betere hakwerk, veel hobbels en weinig verlichting. Geeft niets, hij is maar een paar kilometer lang. Maar als je er dan uit komt? Alles weer wit van de sneeuw. Nou ja, wat wil je, ondertussen zitten we weer op de 3200 meter.
We rijden Argentinie binnen, maar de grenspost is pas over vijftig kilometer. Allemaal een beetje verwarrend. Aan de linkerkant een soort grenspostje, we denken dat dat de grens voor inkomend verkeer van Chili is. Kilometers file. Maar ja, wat wil je, weekend en ook nog einde vakanties!


De weg kronkelt langzaam naar beneden het dal in. Overal staan sneeuwpalen in de berm. 4 Meter hoog, dan moet er in de winter toch wel een hoop sneeuw liggen.
"Maar waar is de grens nou?" vraagt Hans zich af. "Die zou na vijftig kilometer komen, dat stond toch op dat bordje bij die file." "Ja, weet jij dan wanneer we vijftig kilometer verder zijn als we niet op de kilometer teller gekeken hebben? Ik heb het idee dat we al veel meer gereden hebben." "Op de kaart staat in elk geval niets aangegeven."
En dan staat er ineens het bord in de berm. We zien een groot nieuw gebouw staan. maar daar is verder niemand te zien.

"Daar moeten we zijn!" roept Anja. "Wel nee joh, er is daar helemaal niets te zien," valt Hans in de reden en rijdt rustig verder. "Ik weet zeker dat het daarginds was," merkt Anja na een paar minuten op."
Hans rijdt nog een stukje verder maar begint dan toch te twijfelen. "Zou ze nou alweer gelijk hebben?" vraagt hij zich af. "Laat ik maar omdraaien." En inderdaad, het blijkt het nieuwe douane gebouw te zijn. Chili en Argentinie onder een dak, en helemaal overdekt. Dat zijn wij niet gewend. Er komt een aardige militair aan lopen. "Gaat u maar achter deze auto's staan," suggereert hij, "dan kunt u zo naar de loketten toe rijden"
Verbaasd kijkt Hans de man aan. "Mijnheer, daar staan hoogte bordjes waar op 3 Mtr aangegeven staat. Daar kunnen wij niet onderdoor, wij zijn 3.30 Mtr. hoog." "Dat geeft niet," antwoordt hij, "u moet in deze rij blijven staan." ( Je ziet wel, ons Spaans gaat steeds beter!)


Anja gaat kijken hoe het allemaal gaat. Hans rijdt ondertussen de Doos achter de bussen. "Dit gaat even duren Hans, alle bus passagiers moeten uitstappen en hun bagage moet door een scanner! Na een dik uur zijn de bussen er door heen en staan wij mooi vooraan. Er gebeurt niets, niemand komt. "Nou heeft het lang genoeg geduurd, laten we naar de loketten lopen. Dan kunnen we daar onze spullen regelen," stelt Hans voor. Anja pakt de paspoorten en de papieren van de Doos.
We worden van loket naar loket gestuurd en niemand wil ons helpen. "U moet met uw auto hier in de rij gaan staan!" spreekt ze ons onvriendelijk toe. "Ja, maar dat past niet, wij zijn te hoog!" "Als u niet met uw auto hier voor het loket komt, dan mag ik u niet helpen," houdt de Truus vol. Dan komt onze militair aanlopen. Hij gaat namens ons uitleggen dat onze Casa Rodante niet onder de bovenverdieping door past. ( is ons Spaans dan toch minder goed dan we denken?) "Gaat u maar terug naar de auto."
We stappen weer in en rijden een meter verder vooruit. Niet dat dat enige zin heeft. Na vijf minuten heeft Hans het helemaal gehad. Hij pakt de papieren, stapt uit en loopt naar een loket. Anja springt de Doos uit en komt er achteraan. "Ik ga hier voor dat loket bij die Truus staan en ik blijf daar staan tot ze me geholpen heeft." Boos kijkt de Truus Hans aan. "Als u hier niet met de auto komt staan.........................." Hans haalt zijn schouders op en kijkt haar vragend aan. Ondertussen staan er al heel wat mensen achter ons te dringen. Allemaal verbouwereerd dat wij niet geholpen worden en zij dus ook niet. "Muy bien!"

Truus: "Mijnheer, als u uw auto niet hier neer zet.............." Ze weet zich geen houding meer te geven, heeft dus duidelijk minder gezag over haar klanten dan ze dacht.
Uiteindelijk komt er een man (ja ja, een MAN) aan lopen en zegt tegen haar dat het afgelopen moet zijn en dat ze ons moet helpen. Met een smile van oor tot oor gaat ze aan de gang. "Paspoorten, papieren van de auto. Hollande? Los Paises Bajos?" Na nog een stuk of 6 andere loketjes gepasseerd te hebben mogen we verder. "Hans, wacht even, de man van de SAG moet ons eten nog controleren," roept Anja in de verte. De man klimt in de Doos, kijkt rond en stapt weer uit. "Nou, laten we dan maar aan rijden, we hebben het weer gehad voor vandaag. Mendoza, here we come!"
San Pedro de Atacama
Paso de Jama 4820 m
Salta
Paso de San Francisco 4726 m
Paso de Aqua Negra 4754 m
Cristo Redetor tunnel 3854 m
Maar het is weer tijd voor een kaartje, voor we het weten is het weer vergeten!
Valle de la Luna Talampaya
We rijden van Zuid naar Noord!
<Mendoza
Laguna del Negro Francisco 4177 m
3 maart 2014.
"Mendoza. here we come," riepen we nog. Na een paar uur worden de wegen weer breder en uiteindelijk rijden we op een mooie vierbaansweg Mendoza binnen. Overal wijn, wijn, en nog eens wijn. Het is een rijke stad, ruim opgezet en overal bomen en groen langs de weg. Het is weer wasdag dus gaan we op zoek naar een camping. Ons zoeken wordt beloond en een uurtje later staan op camping Suizo we onder gigantische eucalyptus bomen staan. Water in overvloed en ruimte voor de waslijnen. Meer hebben we niet nodig, een paar dagen later zijn we weer op pad. Iets ten noorden van ons is de Valle de la Luna en de kloof van Talampaya. Iedereen roept er over, dat moeten we dus gaan zien!
De weg naar het noorden gaat door een mooi gebied, veel hobbels, als je hard genoeg rijdt is het net alsof je op de kermis bent. Sommige delen van de weg staan blank, dus perfect om al het stof van het chassis af te spoelen.
We komen bij de Valle aan en in de verte zien de vosjes ons al aankomen. Achter het infocenter is een stuk grond waar de gasten mogen kamperen. Primair bedoeld voor tentjes, maar wij vinden er ook een plaatsje. Het is gratis. En water is schaars, we worden bij de kraan weggestuurd als we de tanks vullen. Nou ja, we zitten ook midden in een woestijn. De vosjes zijn een beetje schuw maar al ras wint het hongergevoel het van de waakzaamheid. En zo raken we snel door ons brood heen. We blijven een paar dagen hangen, tijd om weer een beetje bij te komen van al de kilometers die we hier rijden. Na verloop van tijd komen de vosjes met z'n vijven langs om wat te eten. Schuw zijn ze niet meer, maar ze komen ook niet op schoot zitten.

Uiteindelijk kopen we dan toch de kaartjes voor het park. Valle de la Luna, het valt ons tegen. Met een stuk of tien andere auto's mogen we achter de gids aan rijden, van de ene speciale plek naar de andere. "Anja, het is weer zo ver, we zijn er weer ingetrapt. Dit park kost alleen maar geld en er is niets bijzonders te zien. We krijgen weer uitleg in het Spaans en worden niks wijzer." "Het lijkt op Cappadocia in Turkije."
Een beetje teleurgesteld rijden we achter de gids aan. Totdat het einde van de tour nadert en we allemaal weer achter de gids aan mogen rijden naar de uitgang. Een paar motorfietsen mogen via de andere kant van het park naar de uitgang rijden, daar is het ook veel mooier. "Zullen we omdraaien en achter de motorfietsen aan gaan?"
"Ja, goed plan, we zouden een rondje door het park rijden en nu rijden we heen en terug over hetzelfde pad," antwoordt Hans.
We draaien de Doos en zien de kudde achter de gids verdwijnen. "Zo, nu hebben we het park voor onszelf!"
Het pad loopt langs een steile rode rotswand, we gaan omhoog en omlaag. "Prachtig hier!" roept Anja boven de motor uit. "Dat hebben we toch maar mooi voor elkaar." We rijden over smalle stukken en plekken waar de sporen van de motorfietsen best al diep weg gezakt zijn. Maar onze Doos ploegt er lekker doorheen. Totdat we bij een riviertje uit komen. Op zich niets bijzonders maar dit riviertje is toch anders dan de anderen. Midden in ligt een berg slib van een meter hoog. "De sporen van de motoren zijn nu wel erg diep. "Gaat dit lukken?" vraagt Anja. Hans stapt uit en zakt tot over zijn enkels in de blub. "Ja," antwoordt hij, "maar dan moeten we eerst een uurtje graven en daar heb ik helemaal geen zin in!" Ondertussen is de Doos ook al lekker weggezakt. "Anja, ik denk dat we niet te lang moeten treuzelen en als de sodemieter moeten maken dat we terug rijden." Hans stapt in en zet de Doos in z'n achteruit. Beetje gas, koppeling omhoog, de sper klikt in en verbazend makkelijk rijden we achteruit uit de blub. "Maar voorlopig hebben we gezien wat de anderen gemist hebben." "Ja en die rode modder hier bij mijn voeten, die troep ruim ik wel op." Met een glimlach rijden we naar de uitgang waar de vosjes al weer wachten op hun brood.
Het wordt tijd voor de volgende attractie, we gaan naar de kloof van Talampaya.


De tocht naar dat park is mooi. We rijden door glooiende zandduinen en we komen steeds meer bekende planten tegen. Overal stekels, Cactussen en doornen struiken. Die hebben niet veel water nodig.
Hans denkt terug aan de fantastische tijd die we op het mooie eilandje in de Carib hebben gehad. Bonaire!
"Voor mij blijft Bonaire nog steeds een van de betere plekken op de wereld," mijmert Hans voor zich uit. "Wat zeg je?" vraagt Anja. "Oh, heb je me gehoord. Misschien dacht ik hardop. Ik zei dat ik Bonaire nog steeds een van de betere plekken op de wereld vind." "Daar ben ik het helemaal mee eens. Hoe kom je daar op?"
"Ja, door de planten, het licht, de geur. Ik zou er wel weer eens naar toe willen." We kleppen nog gezellig verder over de leuke dingen die we daar meegemaakt hebben. We drinken ons kopje koffie leeg. "Heerlijk die rust."
We komen bij het park aan. Er is een grote parking waar we op gaan staan. Het kost een paar Peso's, maar we kunnen dan ook de tanks weer vullen. Je mag niet met je eigen auto het park in, je moet met een busje. Begrijpelijk want het ligt hier vol met Dinosaurus kluiven en de rotsen zijn versierd met tekeningen ooit gemaakt door Indianen.
Van kennissen hadden we begrepen dat dit ontzettend mooi zou zijn, dus moeten we daar ook naar binnen. Je kunt hier kiezen uit verschillende tours. Met een grote 4X4 truck, dat is stoer en dus het meest populair bij de toerist. Je kunt ook met een Mercedes busje mee, dat is goedkoper en die tour

gaat nog verder ook! We kiezen dus voor het laatste. Een vriendelijke gids gaat met ons mee en die vertelt uiteraard weer alles in het Spaans. Rap van de tong, dus veel te snel voor ons. Maar het is wel indrukwekkend, ze laat ons de rotstekeningen zien en even later rijden we tussen hoge pieken door. Zie je Anja links lopen? "Ook hier vind ik het allemaal niet zo bijzonder Anja. Ik denk dat dit voor mij de laatste betaalde tour is. Er zijn hier zo veel mooie plekken waar we met onze eigen Doos kunnen komen, dat doen we de volgende keer anders."
"The best things in life are free!" En dat is waar. Wij willen deze spreuk aanvullen met: "The most beautifull places on earth are free!"
Klik rechts onder op deze pagina op "Volgende". Dan kun je zien dat onze spreuk de waarheid is. We gaan passen rijden. Foto's maken van de mooiste plekken waar we doorheen rijden. We krijgen hoofdpijn vanwege zuurstof gebrek, ontlastingsproblemen vanwege de luchtdruk verschillen. De Doos gaat zwarte rookpluimen spuwen en onze kachel gaat weer aan, elke nacht. Want op 4000 meter en hoger, daar is het koud in de nacht! -10 tot -15. En dit ondanks dat we nu in de subtropen verblijven en straks de tropen in gaan rijden.