Terug naar de home page

Met onze Doos naar Zuid-Amerika..

16 januari 2014.


Kaartjes dus..............
2014
Fitz Roy
Los Antigues
Pontje
Chaiten
Con Con
Cerretera Austral
"We zijn met die kaartjes wel even mee bezig en dan nog hebben we het idee dat het niet duidelijk is." "Nou Hans, ik denk dat je onze lezers een beetje onderschat!" "Laten we het daar dan maar op houden."
Vanwege het overzicht hebben we twee kaartjes. Op de linker onze track in 2014, op de rechter de track van 2013. Omdat er stukken hetzelfde gereden zijn in 2014, hebben we het zo opgesplitst."
"Zo. nu weer verder met ons verhaal! Waar waren we ook weer gebleven, Anja?" "Even kijken.... Oh ja, we hadden niet getankt in Perito Moreno en stonden we in Los Antigues bij een lege pomp." "Klopt, we zijn op de boulevard blijven staan voor de nacht en we zijn heerlijk met z'n vieren uit eten geweest. Dat was weer smullen zeg."

We zijn weer op weg naar de Carretera Austral, je weet wel, dat mooiste stuk weg van de wereld. Wij zijn daar vorig jaar in het vroege voorjaar geweest, maar hebben toen maar een stukje gedaan. Om nu de rest te kunnen rijden moeten we eerst hetzelfde stuk nog eens rijden. Dat geeft niet, het is niet ver en nu zien we alles van de andere kant. Dan ziet alles er anders uit. En onze Zwitsers zijn hier nog niet geweest en we hebben het idee dat ze hier ook niet naar toe zouden gaan als wij er niet bij zijn.
Om kwart voor 10 liepen de buren al zenuwachtig rond te drentelen. We vertrekken weer op klokslag 10 uur.
De grens duurt wat langer dan de vorige keer. Waarschijnlijk omdat we in de ochtend aan komen rijden en dan is iedereen nog fris en vol goede moed. Wij proberen meestal om laat in de middag aan te komen, de zin is er dan uit bij de grensmensen en kunnen we sneller door.
Achter op ons dak liggen twee stretchers en een lange sleepkabel in een hoes vastgebonden. Er wordt zelfs een ladder tegen de Doos aangezet om te controleren of er niets in de "Aircondondition" zit.
Jammer genoeg is het weer niet zo mooi als we gehoopt hebben, maar ja, je kunt niet alles hebben.

"Hoe zouden de Zwitsers het hier vinden?" vraagt Anja. "Nou, ik denk dat ze zich hier wel thuis voelen. Mooie meren, bergen met sneeuw. Maar misschien vinden ze het helemaal niet zo mooi als wij." "Ja, wij vinden het wel mooi allemaal, maar stel dat zij er niets aan vinden? Dan hebben we ze toch warm gemaakt voor een dode mus." "Ja, dat is het probleem met dit soort tochten. Wat de een mooi vindt....."
We vinden een mooi plekje waar we samen kunnen staan. Jammer dat het weer weer niet mee werkt.

Nadat de Mercedes is geparkeerd stuiven onze buren de auto uit. Laaiend enthousiast zijn ze. "This is beautifull!" "Is het dan niet een beetje als Zwitserland?" "Nee, helemaal anders!"
Gelukkig maar, want waar kun je op zo'n plek met je Doos staan terwijl je alles voor jezelf hebt. Misschien dat er dadelijk nog een auto langs komt, maar dan is het voor vandaag gedaan. 100% pure stilte!

We drinken samen nog een glaasje en eten in onze eigen Doos. Morgen loopt de wekker weer af want om 10 uur gaan we weer op pad.
17 januari 2014.

Rond de klok van 10 zijn we weer op pad. Nog een heel eind te gaan tot aan Coyhaique!
De Ripio wordt weer steeds slechter. Het is duidelijk dat er sinds we er de vorige keer waren, niets aan is gedaan.
Opeens komen we op een mooi glad stuk. "Dat rijdt weer  lekker zo," roept Hans naar Anja. Ze zijn de weg glad aan het maken!" "Nou, ik kan je weer verstaan!" roept ze terug.

Even later rijden we achter een grote schuiver op een mooie gladde Ripio. "Wat doen we nu? Blijven we er met een vaartje van 5 kilometer per uur achter hangen of gaan we hem voorbij?" "Laten we hem maar voorbij gaan, anders gaat het wel heel erg langzaam," antwoordt Anja. Het duurt even voordat de bestuurder uit zijn dromen ontwaakt, maar dan ziet hij ons en maakt ruim baan.
"Eigenlijk hadden we hem een biertje moeten geven, hij zit ook maar de hele dag in z'n eentje op dat ding." "Dan draai je om en geef je die man zijn biertje," antwoordt Anja. "Doen we bij de volgende, anders denkt onze buurman hier achter dat er iets aan de hand is en dan wordt hij zenuwachtig."
We zijn de man op zijn krabber snel vergeten, als de zon door komt en het weer even mooi als de vorige keer.
Een maand geleden is er een bout van een van de voorschokbrekers afgebroken. Hoe dat kan is een raadsel. Nu krijgt onze doos wel flink op z'n donder hier op die slechte wegen, maar een M16 bout afbreken, dat is eigenlijk het laatste wat je verwacht.
In Argentinie hoef je niet te komen voor een M16 bout van 18 centimeter lang. In Chili is veel meer te koop, dus we hopen dat we er een kunnen vinden in Coyhaique.
Na een prachtige tocht, onze Zwitsers blijven er over door praten, vinden we weer een mooi plekje waar we samen kunnen staan.
"Ook weer een nadeel als je met meer auto's rijdt. De plekjes om te overnachten moeten ineens een stuk groter zijn." En zo stapelen de voordelen van alleen reizen zich op.
 
Dan een klap met een vuisthamer tegen de kop en ja hoor, kreunend draait de bout een beetje. Er zit geen schroefdraad aan de bout, hij zit alleen op een stuk van 5 centimeter in de draagarm vastgeroest. Veel kruipolie, veel pompen met de krik, een hoop geduld, een paar korte vloeken en een poelie trekker om de bout er uit te persen. Meer is er niet nodig, een uurtje later is de bout er uit.

We bekijken de bout eens goed, ook onze Zwitser heeft veel verstand van metalen. "Echt Anja, deze breuk zit er al jaren in. Hoe het komt, daar komen we nooit achter. Nu nog zien dat we aan een andere bout kunnen komen." Tevreden ruimt Hans het gereedschap weer op terwijl Anja een bakje koffie maakt. "Ach, we rijden al een dikke duizend kilometer zonder die schokbreker. Dan kunnen er ook nog een paar honderd bij."
Handen wassen, koffie drinken en dan weer op pad.

21 januari 2012. Coyhaique.

We zijn al weer een paar dagen in deze stad. Onze Zwitsers krijgen de kriebels en willen eigenlijk verder, naar Chaiten. Daar willen wij ook naar toe, maar we blijven nog hier om een bout te zoeken. We spreken af elkaar onderweg weer ergens te gaan ontmoeten. De volgende dag als we onze ochtend koffie drinken, ze zijn al lang verdwenen. Vreemd, weer zo met z'n tweeen. Even wennen.

Na de koffie wordt het tijd om een bout te vinden. Hans heeft een mooie tekening gemaakt, schaal 1:1. We zoeken een borstbout van 18 centimeter lang en met schroefdraad M16. Hardheid minimaal 8.8 In Nederland ga je naar Fabory en je hebt je bout. Hier gaat het allemaal een beetje anders.
Als eerste staat Sodimar op de lijst. Een gigantisch grote bouwmarkt. Uiteraard hebben ze niets. Dikker dan 10 millimeter kennen ze niet. En nu komen we er achter dat hier echt alles anders is. Op onze vraag naar de bout op de tekening krijgen we als antwoord: "Nee mijnheer, dat hebben we niet," dat is alles en de medewerker loopt weg. Al ras beginnen we te begrijpen dat ze niet uit zichzelf een suggestie zullen doen. Dat moet je dus vragen.
Dus als we vragen of hij misschien een adres of een naam heeft van een winkel waar ze zo'n bout wel zouden hebben, krijgen we direct antwoord. "Bilbao con America."  "Is dat een straat of een naam of zo?" maar hij is alweer verdwenen.
"Nou Anja, hier worden we ook niet wijs van!" We lopen nog wat andere "Ferreteria's" ijzerwaren winkels dus, af en telkens komen ze met hetzelfde "Bilbao con America."

Dan maar naar de tourist information, Die zijn er tenslotte ook niet voor niets. Die tent zit vol met back packers want ze hebben daar WiFi. We worden snel geholpen door een vriendelijke man die het ook niet weet. Even later komt er een vrouw en die legt ons haarfijn uit waar we moeten zijn. "Op de hoek van de Ave. de Bilbao en de Ave. America."
Hoe simpel kan het zijn.....
We halen de Doos op en rijden met behulp van de wereldkaart MapsWithme direct door een veelheid van straatjes naar de plaats van bestemming. "Daar moet het zijn," lacht Hans. Er hangt een uithangbord met afbeeldingen van bouten en moeren. We kijken naar binnen, alles bouten en moeren, van klein tot groot. Alleen, ze zijn gesloten. Geeft niet, onze dag kan niet meer kapot, om drie uur zijn ze er weer. En wij dus ook.

We zullen het verhaal kort houden. Nee, ze hebben zo'n bout niet. Kunnen ze bestellen, duurt twee weken. "Heb je dan niet iets wat langer is, een draadeind of zo?" vraagt Hans teleurgesteld. Uiteindelijk komt de vrouw met een bout die drie centimeter langer is. Wel de goede hardheid en mooie fijne schroefdraad. "Kunnen we daar wat mee?" vraagt Anja. "Ik denk van wel. Als ze ook nog een paar moeren heeft met een groter gat en een stuk of wat grote ringen, dan komen we er wel mee. We moeten die drie centimeter waar geen schroefdraad op zit overbruggen."

Best wel tevreden lopen we met twee te lange borstbouten en een hand vol moeren en ringen naar buiten. Het zijn UNF bouten, dus net iets dunner dan de 16 millimeter die we willen. We kunnen vooruit en vinden ooit nog wel eens de exacte bout.
Het is al weer ouderwets een uur of twaalf als we aan rijden. Heerlijk relaxed en geen mensen die staan te trappelen om te vertrekken. Dit is toch beter voor ons.

Op naar Chaiten, weer verder over de Carretera Austral. "Het pad naar het zuiden", in goed Nederlands.
Alleen rijden wij naar het Noorden, anders blijven we aan de gang. Voor ons is dit ook nieuw, dus we zijn weer vol aandacht voor dingen die we nog niet gezien hebben.
Alles is sappig groen, we zitten nu in het hartje van de zomer.
Onwaarschijnlijk grote varens.
En nog grotere rabarber.
De hele Carretera is weer Ripio, dus die 245 kilometer halen we niet in een dag. "Moet je eerder opstaan!" denk je nu natuurlijk. Maar geloof ons, het ligt niet aan het tijdstip van op staan. Na een uurtje of drie, vier, heb je het echt helemaal gehad. Je wordt doodmoe van de herrie en het sturen is bepaald geen grapje, Soms stuitert de Doos alle kanten heen, en het is echt de bedoeling om op het pad te blijven! We stoppen in een gat dat El Junta heet. En daar komen we onze Zwitserse buren met de Mercedes Truck weer tegen. We besluiten om samen verder naar Chaiten te gaan, maar ieder rijdt op zich. Goed plan!
26 januari 2014. Chaiten.
Chili is een vulkaan land. Overal kom je ze tegen. En er zijn ook vaak aardbevingen. Meestal heel diep onder de grond, daar merk je dan niet zo veel van.
Begin 2008 was Chaiten een vredig dorpje aan het einde van de Carretera Austral. Er waren een paar steigers voor de vrachtscheepjes en de pontjes die naar de eilanden voor de kust voeren. Midden door het dorpje stroomde een rivier die veel water van de nabij gelegen bergen afvoerde naar zee.
De 5000 inwoners hadden het naar hun zin daar. Ze wisten dat er een vulkaan op een paar kilometer afstand was. Maar ja, die sliep al honderden jaren.
In een mum van tijd werd het hele dorp geevacueerd.
Nu, zes jaar later zijn de sporen nog lang niet weg gewerkt. Overal zie je de resten van de uitbarsting. Alles is grijs van de as.
De rivier heeft nu een nieuwe bedding gekregen, dat zou veiliger moeten zijn. Het oude deel van het dorp is helemaal afgebroken en langzaam wordt aan de wederopbouw gewerkt. Langzaam, er is geen geld voor. Inmiddels wonen er weer 1500 mensen in het dorp. Ja, ze hebben natuurlijk ook niet zo heel veel keus, ze moeten toch ergens wonen?
We maken een rondje door de omgeving. Uiteraard zijn alle bomen, planten en dieren overleden in 2008. Maar de natuur is niet te stoppen. In een paar jaar begint er weer een nieuw bos te groeien, op de oude aslaag.
En de grote boosdoener? Die rookt er nog rustig op los. Je kunt een stuk omhoog naar de krater lopen, dik drie uur omhoog en omlaag. Maar het stinkt er wel naar zwavel.

We hebben het er moeilijk mee. Voelen ons een beetje ramp-toeristen. En daar hebben we juist een hekel aan.

Dus, voor ons is het weer tijd om te vertrekken..........................
28 januari 2014.

Rond een uur of twaalf rijden we weer aan. Koffie op, Broodje op.
Onze buren zijn al eerder vertrokken, die willen naar een termen zwembad. We beloven om daar ook even te komen kijken.

We moeten weer een stuk van de Carretera Austral terug rijden. Het blijft natuurlijk Ripio, dus veel gehobbel, gerammel en dus een hoop herrie. En geen plek om nu gezellig te kletsen. Dat komt wel goed uit. We zijn allebei nog onder de indruk.

Iets ten Noorden van El Bolson wonen Klaus en Claudia. Zij hebben na een wereldreis van 16 jaar op motorfietsen (!) hun plekje daar gevonden. Een groot stuk land waarop zoveel mogelijk ecologisch geleefd wordt. Zij hebben een soort verzekerings agentuur voor overlanders. Via hen is onze Doos verzekerd. Om legaal te verzekeren moeten we ingeschreven staan in Argentinie. Wij, samen met nog een paar honderd overlanders, hebben onze domicilie daar. En we zijn welkom om onze polissen op te halen en een paar dagen te blijven. We spreken met Klaus af dat we langs komen. De ochtend dat we willen vertrekken staat een agent een bon voor ons uit te schrijven. Hij staat naast de Doos op zijn fluitje te blazen. We zouden illegaal afvalwater geloosd hebben?
We reageren er niet op. Daarmee voorkom je een discussie en we betalen toch niet. Onze Zwitserse vrienden die achter ons geparkeerd staan en ook een bon kregen, komen aanlopen en spreken de agent aan. Een hele discussie ontstaat. Even later kloppen ze bij ons aan met hun verhaal. "Wij gaan naar de tourist informatie en die moeten ons dan maar helpen." zegt ze. We wensen ze succes en gaan zelf op pad voor de boodschappen. Als we terug komen is hun auto weg en vinden we een briefje op onze voorruit. "We komen straks weer terug, nu bij de politie."
We rijden de stad uit en stoppen langs de weg voor ons ontbijtje. Om twee uur zijn ze nog niet langs gekomen. "Laten we even door de stad rijden, misschien zien we ze nog." oppert Anja. "Zij weten niet waar Klaus woont." In de stad zijn ze ook nergens te vinden, dus uiteindelijk rijden we naar Klaus en Claudia toe.

We staan heerlijk rustig als Klaus de volgende dag langs komt. "Ik heb jullie vrienden gevonden, heb ze maar meteen mee gebracht."  Nadat we de watertanks volgepompt hebben met water uit het beekje wat langs loopt, kan de wasmachine weer drie dagen draaien. De waslijn tussen de bomen, gezellig toch? Een paar dagen later gaat het weer bij onze Zwitsers kriebelen, ze willen naar San Carlos de Bariloche. "Wij komen ook wel, over een paar dagen," en we zwaaien ze uit.
Bariloche is bekend om een paar dingen. De ligging aan een prachtig meer, in de zomer echt zomer en in de winter alle skimogelijkheden die je zou wensen. Dus altijd vol toeristen.

De van oudsher bekende chocolade industrie is wereld beroemd en het is de stad waar onze Willem zijn Maxima aan de haak heeft geslagen. Of andersom, wie weet?

Het bevalt ons goed en we gaan weer eens een pizza eten. Hiernaast de opkomende maan bij ondergaande zon aan de overkant van het meer. Ons uitzicht dus.
el Chalten
Ushiaia
Waar Bariloche ook bekend om staat? De vele inbraken in auto's van toeristen, zakkenrollerij en meer van dat soort kleine criminaliteit die veel ellende veroorzaakt. Toen we uit El Bolson vertrokken waarschuwden Klaus en Claudia ons nog. Ga niet in de stad staan met je auto maar op een camping. Je kunt dan met de bus naar de stad.
16 februari 2014.

Tijd voor ons om weer verder te rijden. Onze zwitserse vrienden blijven nog een paar dagen hier. Ze hebben via internet een ticket geboekt naar huis. Bij het boeken is een foutje ingeslopen en in plaats van in augustus hebben ze geboekt voor september. En dat is een drama voor haar. Ze mist haar kleinkinderen. Ze is niet op een wereldreis naar mooie plekken, nee, ze is eigenlijk alleen maar op weg naar het vliegveld om naar huis te vliegen. En dat duurt nu dus nog een maand langer.
Onze dakluiken komen uit de watersport, die krijg je met een vuisthamer nog niet open. We hebben speciale dubbele deursloten en onze cabineruiten zijn gepanserd. (de agente kijkt vol bewondering naar onze sloten. "Is dat wel nodig? Wij zijn er toch?")
Nu maken we ons daar niet zo'n zorgen over. Onze Doos is bijna bullet proof! Hoog gemonteerde kleine ramen van dubbel glas. Daar klim je niet door naar binnen.
20 februari 2014.
15 kilometer verder gaan we de afdaling in. Over een uurtje zitten we op zeeniveau en de temperatuur begint weer te stijgen. Je ziet de water afvoer van het meer naar de Pacific Oceaan.
Dankjewel voor het lezen. We vinden het leuk dat je met ons mee reist!
Vanuit Con Con aan de Pacific kust van Chili, lieve groeten,

Anja & Hans.
Ja, daar gaan we dan!
2013
De volgende ochtend staan ze weer klaar, onze buren. Klolkslag 10 uur. Maar dit is hier een mooie plek om te sleutelen dus Hans staat al buiten met de gereedschapkist. "Wat ga je nu doen," vraagt de buur verbaasd. "Ik ga proberen het stuk bout wat nog in de draagarm vast zit er uit te draaien. Dan kan ik proberen een nieuwe in Coyhaique te vinden." "Need any help?" vraagt hij nog, maar dat hebben we niet nodig. Anja en Hans sleutelen samen als de besten!En hij heeft er geen probleem mee, hij heeft ook nog het nodige sleutelwerk te doen aan zijn auto.
Met onze ringsleutel 24 liggen we onder de auto, maar het stuk bout zit zo vast dat we hem niet los krijgen. Met een dop kunnen we er niet bij en er is ook geen ruimte om een buis over de sleutel te schuiven. Uiteindelijk zetten we de krik er onder. Na een paar slagen gaat de auto omhoog, de bout geeft geen kik.
Totdat.......................................... er zonder enig teken vooraf een uitbarsting kwam. Het hele dorp werd bedolven onder een laag as van een bijna een halve meter dikte. Op zich was dit niet eens zo'n drama, de meeste daken konden het gewicht zelfs wel dragen.

Maar dezelfde hoeveelheid as viel ook in de rivier. Die kon dat niet bolwerken en raakte in een paar uur tijd verstopt. Maar water wat met geweld de bergen af stroomt hou je niet zo maar tegen. De rivier stroomde uit zijn bedding en nam een groot gedeelte van de huisjes mee naar zee. Ja, en toen was er een ware ramp. Het was wereldnieuws. Maar de Chileense overheid deed er niet zo heel veel aan. Totdat er een paar maanden later nog een uitbarsting kwam.
Maar zeg nou zelf, als je door dit gebied rijdt, dan wordt je toch vanzelf weer vrolijk! We rijden nog even langs het termen zwembadje. De Mercedes truck staat keurig geparkeerd tussen de andere auto's.
In een tuin tussen houten chaletjes zien we een 10 meter zwembadje vol mensen. "Nee anja, ik geloof niet dat dit ons ding is, wat vindt je er van?" "Aanrijden!"

We komen in een dorpje met de moeilijke naam Futaleufu, vlak voor de grens met Argentinie. Ja, want we gaan weer de grens over!
We kopen een paar verse broodjes en eten de restjes op. Je weet het, we moeten zonder etensrestjes de grens over! Slapen doen we midden in het dorp aan de rand van het park. Heerlijk rustig en ver weg van het "as drama.







29 januari 2014.

Vandaag de grens over en het gaat weer heerlijk vlot, in nog geen half uurtje. We rijden via Trevelin naar Esquel en parkeren bij het pompstation, in de buurt. Even later komt de Mercedes truck ook aan rijden.
Morgen kunnen we in een ruk over glad asfalt 165 kilometer door rijden naar El Bolson, daar nemen we een week vakantie!!!!!
We parkeren daar midden in de stad. Ooit zijn hier een grote groep hippies neergestreken en gebleven. Het grijze paardenstaart gehalte is dan ook erg hoog. Veel oude hippies en nog veel meer van die trieste Wannebee's.
Er is drie keer in de week een Feria, waar allerlei grappig handwerk spul te koop wordt aangeboden.
12 februari 2014. San Carlos de Bariloche.

Eerst nog even afscheid nemen en voor je het weet is het al weer middag.
De Ruta 40 is heel mooi in dit gebied, het is dus een prachtige tocht naar Bariloche. Aan het einde van de middag komen we binnen rijden, en meteen op zoek naar een plaatsje. Zien we op een parkeerterrein aan de boulevard onze Zwitsers staan. Ze hebben al chocolade gekocht! Een stukje verder parkeren we ook. We kunnen nog even met z'n vieren op het strand zitten met een wijntje en een biertje.
De gemeente Bariloche heeft er wat aan gedaan. De hele dag wordt onze auto bewaakt, zelfs helemaal tot elf uur in de nacht!
Onze buurman kent die inbraak verhalen natuurlijk ook. En hij is best jaloers op onze dubbele sloten. "Hans, ik denk dat ik grendels op de deuren maak. Je weet wel, dat soort wat je met een hangslot kunt afsluiten." "Ik denk dat dat een goed plan is." In El Bolson heeft hij die gekocht en ook gemonteerd.

Het is tien uur in de avond, natuurlijk hartstikke donker buiten. Wordt er op onze deur geklopt. "Hans, kun je ons helpen? Ik heb een slijptol nodig want ik heb de grendel met het hangslot dicht gedaan en de sleutels binnen op de stoel laten liggen........"
"Heb je dan niet ergens buiten of onder de auto een resrve sleutel?" antwoordt Hans verbaasd.

We gaan naar buiten en pakken de slijptol uit de bergruimte onder het bed. Dat noemen we onze garage, die heeft een eigen buitendeur. "Dan moet hij ook nog stroom hebben," roept Anja. Met de verlengkabel en de slijptol lopen we naar de Mercedes. De stekker gaat in de Doos in het stopcontact en de buurman kan aan de gang. De politie komt op het tumult af. Zij zien dat de buurman het niet goed kon zien in het donker, dus zij schijnen keurig bij met hun zaklamp. "Wat een land," denkt Hans, "de politie komt helpen als wij een auto open breken. Dat is pas service!"
Eerst naar San Martin de los Andes, waar we een mooi plekje onder de Eucalytus bomen aan het meer vinden. We blijven een dagje hangen met alweer een heerlijke Pizza (!). Dan rijden we verder naar het Noorden. We passeren Zappala, en Chos Malal. Verder Noord slaan we een kilometer of vijftig voor het stadje Malargue links af naar de grens van Chili.
Tot deze afslag hebben we een prachtige asfaltweg van meer dan 600 km.  Onze Turbo doet goed zijn best, we blazen de motor weer eens lekker schoon. Maar dan begint de Ripio van het slechte soort tot aan de grens met Chili, 215 km hobbelen, sturen en geen muziek uit de radio.
Tussen deze "uit" post van Argentinie en de "in" post van Chili zit een afstand van ruim 60 kilometer. Halverwege wordt gewerkt aan een nieuw grenskantoor. Groot, mooi en modern. Als dat klaar is zal het wel gedaan zijn met de muziek.

De eerste 30 kilometer is een goed onderhouden Ripio. Met een mooie stofwolk achter ons gaan we er met een vaartje van dik 50 kilometer per uur overheen.

Maar het is het allemaal waard. We komen bij de gezelligste grensovergang tot nu toe. "Avanzada la Mina."

Naast een graafmachine staat een geluidbox in het zand, die met 500 Watt zijn muziek over het terrein schalt. De douane man beweegt zijn heupen op de maat van de muziek.
Het parkeerterrein wordt nat gehouden tegen het stof.
Dan begint er zonder waarschuwing, een perfecte nieuwe asfaltweg. We zijn weer in Chili!

Telkens als we Chili binnen rijden valt het contrast op met Argentinie. Het is zo mooiiiiii in Chili! En telkens kom je voor verrassingen te staan. We klimmen tot 2500 meter omhoog, En wat zie je als je boven bent?

Laguna del Maule. Weer zo iets onbeschrijfelijk moois.
We houden even onze mond.
24 januari 2014.
Het meer ligt op ongeveer 2000 meter hoogte, Anja staat op 2400 meter hoogte en er is geen kip, niemand.
Wat een rust, wat een stilte.
21 februari 2014.

We rijden op de tol weg naar Santiago en komen al ras in een echte dikke file terecht. We zijn al lang vergeten dat er files bestaan, en wie verwacht er nu hier een? Dom natuurlijk, vrijdag avond zes uur. Zou het hier anders zijn dan in Nederland?

Bij een Shell pompstation stoppen we, het heeft geen zin om verder te rijden, morgen is er weer een dag. We vullen een van de tanks met "Agua Potabele". Althans dat was de opmerking van de pompbediende. Bij het douchen ruiken we het water al. Dus geen drinkwater, dat is zeker.
Voor ons maakt dat niet zo veel uit, het water wat bij het aanrecht uit komt is door een goede filterinstallatie heen geperst. Eerst een papierfilter van 4 micron, dan een actief koolstof filter en als laatste door een ceramisch filter gevuld met zilverionen. Kathadyn, de maker er van, garandeert dat alle bacterieen en virusssen voor 99,8% verwijderd zijn voordat het water de kraan uit loopt. En het is absoluut geur en smaak vrij.
Net als aan boord van onze Fiddlesticks, hebben wij ook hier vers Spa water, elke dag weer!
23 februari 2014.

Met een boog rijden we over de randweg langs Santiago. Grote wereldsteden zijn niet ons ding. We draaien af naar de kust en komen via Valperaiso en Vina del Mar bij het strand van Con Con terecht. Hier gaan we een paar dagen blijven. De website moet geschreven en de lucht in! Dat is Hans z'n werk. De foto's, die zijn al lang gemaakt natuurlijk. Dat is Anja's werk.

Terwijl Hans zit te typen is Anja al weer druk bezig met het uitzoeken van de volgende etappe van onze reis. Zij doet immers de navigatie. "Wat moet je dan uitzoeken?" Wel, de wegen die wijzen zichzelf wel. Het probleem met de grenzen en de voedsel inkoop, dat heb je al kunnen lezen. Waar we nu mee te maken gaan krijgen zijn de grote hoogten, Over een paar weken zitten we dagen lang boven de 5000 meter. Daar loert het serieuse gevaar van hoogte ziekte. Je kunt wel in een dag naar 5000 meter of meer gaan stijgen. Dat is een kwestie van gaspedaal intrappen. Als je daar dan ook nog blijft slapen, dan wordt je pas echt ziek. Dus telkens als je een stuk omhoog gaat, moet je daarna een stuk afdalen voordat je er blijft. Anja weet precies hoe dat werkt. Die heeft ooit de Kilimanjaro beklommen, dat is ook bijna 6000 meter. We komen er de volgende keer op terug.