De weg slingert er lustig op los, dan naar links, dan naar rechts, opschakelen 2 naar 3 en weer terug. Zo blijven we lekker bezig. nadat we de eerste kleine hobbel genomen hebben gaat de weg verder omhoog.
Naar Cappadocia, ja dat is snel geschreven, maar zo ver zijn we nog lang niet! Voorlopig zijn we nog in Anamur. Je weet wel, waar de turbo de geest gaf. We hebben daar de nieuwe gemonteerd en er een kilometer of vijftig mee rond gereden. Toen de nieuwe het daarna nog steeds deed hebben we afgesproken: "Morgen gaan we weer verder!"

Anja sliep weer als een roos, Hans heeft de hele nacht liggen woelen. "Zouden we wel gaan? Blijft alles heel? Zouden we niet de gewone makkelijke weg nemen, die ook door de groep campers die met de NKC op pad zijn, gereden wordt? Of gewoon nog een paar dagen hier blijven?" Van alles spookt er door zijn hoofd.
Uiteindelijk wordt het licht en kunnen we op pad. We nemen afscheid van de andere gasten, laden de stoeltjes en de tafel in, en klaar zijn we. "Nou, nog niet helemaal hoor. Zullen we nog gauw de watertank vullen? We staan nu nog naast een kraan." En dus wordt het toch weer een kwartiertje later, maar om kwart over acht rijden we de camping af. Fijne campeerplaats, uiterst behulpzame mensen. En natuurlijk gaan we voor de bergpassen!
Ja, en die keuze blijft moeilijk, zeker als je zo slecht geslapen hebt.

Links: De blauwe lijn is die ontzettend mooie route met de drie passen waar we het al over gehad hebben.

De Paarse route is de "gemakkelijke" weg. Die heeft weinig hoogte verschillen en ook geen enkele pas. Is wel wat langer, maar veel sneller te rijden.

Dit is ook de route die door de groepsreizen gereden wordt. Logisch want daar kan weinig fout gaan.
Dus linksaf de camping af, nog even langs de bakker en gaan met die doos!

In het begin komen we weer langs de bekende plekken waar we een paar dagen geleden ook langs gekomen zijn. Dan beginnen we aan de eerste klim. We komen bij de bocht waar het de vorige keer fout ging. "Adem inhouden, nu gaat het gebeuren!" roept Hans naar Anja.

Er gebeurt niets, geen vreemde geluiden, gewoon een doos die met een glimlach de berg op klimt. "Dat gaat vandaag helemaal lukken," denkt Hans bij zichzelf." "Heb je er vertrouwen in Anja?" "Dit gaat zeker lukken vandaag!"
Af en toe brokkelen er stukjes van de weg maar het is goed te rijden allemaal. Gelukkig maar want er is zo veel te zien. De loofbomen zijn verdwenen, het naaldhout komt er voor in de plaats.
Hans kan dan wel niet zo veel rond kijken maar hij geniet wel van de tocht. Hoewel.......... van 3 naar 2 naar 3 naar 2 en dan naar 1 omdat de bocht wel heel scherp is, dat weer naar 2 en ga zo maar door. De naaldbomen laten het langzamerhand ook af weten, er blijven alleen rotsen over. We komen elk half uur wel een auto tegen, dat is lekker auto rijden voor ons.
En dan, opeens zijn we, na anderhalf uur bijna boven. De hoogte is niet spectaculair, iedereen is wel eens hoger in de bergen geweest. Maar de klim naar dit punt, zo steil omhoog zijn we nog niet vaak gereden. We stoppen langs de weg, het is tijd voor een ontbijtje met koffie.
Links hebben we een grafiekje, dat noemen ze een profiel van de route de je gereden hebt. Je kunt daarop zien dat we in krap 30 kilometer afstand bijna 1650 meter om hoog gegaan zijn, zonder ook maar een keertje omlaag te zijn gegaan. Daarna hebben we ook nogal van hoogte gewisseld, maar die verschillen zijn veel kleiner.

Dat was dus een stukje theorie voor hen die het interesseert.

Overigens, de kaarten op deze site en dit profiel komen van ons MapSource programma. Hier houden we onze route mee bij. Kunnen we exact zien waar en wanneer we ergens verbleven. Gratis programma, van Internet te downloaden. Je moet er wel een GPS van Garmin aanhangen natuurlijk, anders werkt het niet.
Een half uurtje later zijn we weer onderweg, weer een stukje naar beneden. De weg wordt er niet beter op, maar als je weet hoe hard het hier 's winters vriest, begrijp je dat dit niet te onderhouden is.

Hier en daar zie je nog zo'n sneeuw paal langs de weg. Sneeuwkettingen verplicht zeggen de borden hier. Dat geldt natuurlijk nu niet voor ons
Na een uurtje of zo komen we in de buurt van een groot meer. Wat vroeger een gewoon meer was, is sinds een paar jaar een stuwmeer geworden.

Dat was, na later bleek, ook de reden dat we de weg die we moesten rijden niet konden vinden. Wel kwamen we op mooie brede nieuwe asfalt wegen terecht.

Niet op de kaart, maar ongeveer de goede kant heen.

We stoppen nog al eens. Om te plassen natuurlijk, maar vaker om een foto te nemen. Je komt ook wel heel speciale dingen tegen in dit mooie gebied.
Opeens zien we op ons schermpje de oude weg weer terug. "Hoe kan dat nu?" Toch maar even gaan kijken, er staat wel een bordje dat je er niet in mag rijden. Lopen natuurlijk wel. Die mooie oude weg verdwijnt in het water, je kunt nog aan het bordje zien dat de bocht naar links ging. En nu begrijpen we ook waarom alle wegen hier vernieuwd zijn! Dat water is een heel stuk gestegen!
En voor we het weten zijn we weer een pas gepasseerd.
Links een bloempje op 1890 meter boven de zeespiegel, rechts een fenominabel uitzicht. En ja, het wordt fris hier boven!
Ja, en zo komen we op de paarse weg uit, die van het landkaartje boven aan.

We rijden tussen wuivenden graanvelden door, zo ver je kunt kijken. De weg is vierbaans, ziet er goed uit en er is niet zo veel te zien.

"Dat was een makkie geweest als we deze weg genomen hadden in plaats van die pasjes," zegt Hans verbaasd. "Deze weg heeft die club van de NKC ook gereden!"

"Zeg nou maar niets, we zijn zelf ook lid van die club." valt Anja in de reden. "Dat klopt, maar wij gaan niet met hun groepsreizen mee. Dat kunnen we zelf ook."
.
En al kibbelend komen we in Konya aan. Met een voldaan gevoel rijden we de camperplek op. Gratis ter beschikking gesteld door de stad. Wat een service, en het ziet er allemaal perfect uit.

De groepsleden hebben hun campers mooi geparkeerd, allemaal met de snuit naar het midden van het pleintje. We worden een beetje vreemd aangekeken als we de poort open schuiven en rijden bedeesd naar een vrij hoekje.

Hans komt een vrouw uit een heel dure camper tegen. "Dit is hier zeker allemaal gratis?" vraagt hij aan de dame. "Hoezo mijnheer?" antwoordt ze met een appel in haar keel. "Nou," glimlacht Hans, "omdat er hier zo veel Nederlanders zijn."
"Tot op heden hebben wij overal voor betaald!" antwoordt ze bitsig. Hoe komt het toch dat zo veel mensen die simpele humor van Hans niet begrijpen?

"He Joep, is dat niets voor jou?" Horen we roepen. "Nee," antwoord hij, "zo'n truck, da's niks voor mij!"
Even later komt hij toch nog even dichterbij. "Ik mag zeker wel een foto maken he?"

We klappen onze stoeltjes uit, tafeltje er bij en schenken een drankje in. Oh ja, en ook pinda's natuurlijk. We voelen ons een beetje een vreemde eend in deze bijt. "Stel je voor," zegt Hans, "dat ze deze kudde over onze pasjes gejaagd hadden. Dan was het ineens heel erg druk geworden daar boven. Proost Anja, op betere tijden!"

Om zeven uur is het "briefing" voor de groep. Er wordt verteld wat er allemaal op het programma staat. De briefing wordt afgesloten met liedjes zingen en een boompje zagen. Een beetje wat je ziet in "Huize Zonnegloren" georganiseerd door de aktiviteiten commissie. Goed, wij zien dat natuurlijk als buitenstaanders, voor zo'n groep zal het wel gezellig zijn. Tenslotte deed iedereen mee en was er grote pret.
We ontmoeten Henk en Frederika in een mooie Flair camper. Zij zijn een beetje een buitenbeentje in die groep. Misschien dat we daarom leuk met hun over weg kunnen?

Niet vergeten te melden, we zijn nu in Konya, het is vandaag 1 juni 2012 en onze positie is Noord 37 52,186
Oost 032 33,015
We verlaten Konya, het heeft voor ons niet zo veel te bieden. Op richting Cappadocia.
Dat is te ver om in een dag te rijden dus we stoppen in Sultanhani bij camping "Kervan Saray Sultanhani" positie Noord 38 14,921  Oost 033 33,453.

Het is een keurige camping en we hebben er 's avonds een lekker diner. Blijft altijd spannend hier, je weet immers nooit hoe je de volgende dag weer voelt.

De volgende morgen...........
En inderdaad, het was een goed restaurant! Geen gerommel in de buikjes, we kunnen dus weer lekker onderweg.
We beginnen de charme van de gele smalle weggetjes op de wegenkaart steeds meer te waarderen. De "grote wegen" zijn dan wel sneller te berijden, maar dan zie je ook niet zo veel van de natuur. En wat denk je van zo'n mooie traktor? Eerst had je de ezel, daar waren de boeren zuinig op. Die waren duur en je had er maar eentje. Dus hadden die altijd een Turks kleedje over hun rug en daarna pas de bepakking.
En ja, de vooruitgang komt en de ezel wordt afgedankt. De traktor doet zijn intrede. Ruim de helft van de traktoren hebben nog steeds een Turks kleedje op hun "rug". Zelfs als ze al van een modern polyester zonnedakje voorzien zijn!

Oh ja, nadeel van die kleine weggetjes? Smal en veel meer hobbels en gaten natuurlijk. En ook belangrijk, er staan bijna geen wegwijzers.
Hans draait de auto en rijdt het bedoelde weggetje op. Vol hobbels en gaten. "Dit kan het toch niet zijn," denkt hij nog.
We zien de tractoren door de velden rijden en zwaaien naar een voetganger. Enthousiast zwaait hij terug. Hobbelen een dorpje in, komen op een pleintje zonder wegwijzers, dus gaan we weer recht door. Het weggetje wordt nog smaller en eindigt in een zandpaadje.

"Hier moeten we dus niet zijn!" zegt Hans en draait de doos weer om. "Wat dan," vraagt Anja. "Volgens jou moeten we naar het Noord Oosten, dus gaan we op het pleintje links af." Mooi pleintje en een asfalt weggetje wat het dorp uit loopt. Da's goed, we moeten immers het dorp uit. Een boer kijkt ons aan van: "Waar gaan jullie nu naar toe?" Hans twijfelt, rijdt een zandpaadje in en draait om. "Laten we maar terug naar dat grote kruispunt terug rijden, dit wordt niets".
We passeren de meest mooie ravijnen en moeten uit dorpjes omhoog rijden waarbij we denken "Hopen dat we hier niet blijven steken....."

En ja, uiteindelijk verdwalen we. De route planner op het dashbord snapt al dagen niet meer waar we mee bezig zijn. De wegen waarop we rijden staan helemaal niet in zijn systeem. De enige suggestie die hij blijft geven is deze: "Maak direct een U bocht." Dus hebben we die vriendelijke Vlaamse stem, Ellen heet ze, al lang uit gezet. De GPS blijft aan staan omdat we daar met wat kunstjes onze gereden track uit kunnen toveren. En we weten waar het noorden is, da's wel makkelijk. Ook vandaag weer!

We komen op een kruispunt aan. Je kunt daar links, rechts of recht door. Meestal toch?  Nu hebben we jaren geleden al geleerd dat als er niets staat aangegeven, je het beste recht door kunt rijden. Dat doen we dus ook. Maar ja, dat is in Europa en daar zitten we nu niet.

"Ik denk niet dat we nu goed zitten." Anja antwoord: "Denk ik ook niet, draai maar om." Zo gezegd, zo gedaan. "We moeten naar het Noord Oosten, dus hadden we links af moeten slaan," gaat ze verder.
De voetganger zwaait weer naar ons, en de boeren op hun tractoren ook. "Vreemde lui die buitenlanders."
Op het grote kruispunt rijden we nog maals verkeerd en uiteindelijk vragen we de weg bij het pompstation. En dan het antwoord: "Simpel mijnheer, die weg in, en in het dorpje over het pleintje rechts af, en dan is er een weggetje naar beneden." "Maar daar waren we toch al geweest en omgedraaid?" merkt Anja op. "Hij zal het wel beter weten," is Hans z'n vermoeide antwoord.

Weer rijden naar het dorpje, de boeren op hun tractoren kijken verbaasd en zwaaien weer. De voetganger, nu bijna bij het dorp, zwaait ook weer enthousiast.  "Zo krijg je vrienden," denkt Hans.
We komen weer bij het pleintje uit, zwaaien naar de oude hangjongeren die in de schaduw zitten, en alsof er helemaal niets aan de hand is, gaan we rechtsaf het weggetje weer op dat naar beneden loopt.
We komen langs de plek waar we omgedraaid zijn, zien onze sporen in het zand. Alweer vreemde blikken van de omstanders terwijl we het dorp uit rijden. De weg wordt smaller en via nog meer haarspeld bochtjes dalen we af. Er kruipt rokend een oude tractor de helling op. De man stopt en zwaait met zijn handen, "Waar gaan jullie naar toe?"

Maar wij zijn vast overtuigd van ons plan. We rijden immers mooi naar het Noord Oosten en daar moeten we naar toe.
"Onze doos doet het prima op deze weggetjes," merkt Hans op. Tervreden rijden we verder, bochtje links, bochtje rechts, omhoog en weer omlaag. Na een uurtje komen we weer in de bewoonde wereld en is de weg weer mooi en strak.
"Kijk, ze gaan riolering leggen hier in het dorp," Langs de weg liggen overal betonnen buizen. "Ook in Azie staat de vooruitgang niet stil."

Een stukje verder staat een mooiie nieuwe graafmachine langs de weg, en grote bergen zand. Er staat een man te zwaaien, "Jullie mogen hier niet verder!" Een stukje verder staat een rode vrachtwagen zand te lossen.

"Die denkt toch zeker niet dat we hier omdraaien," gromt Hans. "Daar ziet het wel naar uit," antwoord Anja.
"Nou mooi niet," gromt Hans wat harder, "ik ga hier niet weg. Verdomme de hele dag over gedaan om hier te komen!"
En demonstratief rijdt hij verder totdat we voor de man staan. Gelukkig komt de chauffeur van de vrachtwagen aan lopen, hij stapt in en rijdt zijn truck een klein stukje naar voren. Half over de zandberg en vlak langs de gegraven geul kruipen we er met onze doos tussen door. Iedereen glimlacht en zwaait ons uit. "Stomme buitenlanders!" zullen ze denken.

Dus als je nu denkt: "Wat doen die nu de hele dag?" Dan heb je hier een antwoord!
Uiteindelijk komen we na een tijdje weer in de bewoonde wereld. in de verte zien we de spekstenen rotsen en ravijnen van Cappadocia.

"Daar in de verte is het!" roept Anja enthousiast.